Hervormde Gemeente
Goudriaan

Geschiedenis

Het begin
Goudriaan wordt voor het eerst in de geschiedenis vermeld op 2 mei 1260, toen Hendrikus van Vianden, de 38e Bisschop van Utrecht, aan Willem van Brederode toestemming gaf om op zijn grond een kerk te bouwen, er een eigen pastoor op na te houden, een doopvont in de kerk op te nemen en een kerkhof aan te leggen. Floris V, Graaf van Holland, erkent op 3 mei 1283 definitief dat Willem van Brederode bewezen heeft recht van hoge heerlijkheid te hebben o.a. in Goudriaan. De oudste heren van Goudriaan stamden dus uit het geslacht van Brederode. Door vererving werd de heerlijkheid Goudriaan eigendom van diverse geslachten; de laatste "heer van Goudriaan" was de heer Arnoldus Wilhelmus Nicolaas van Tets.

Reformatie
De zestiende eeuw was ook voor Goudriaan een zeer bewogen tijd. De tachtigjarige oorlog (1568 - 1648), in oorsprong een opstand tegen het wettige gezag van Philips II, vestigde niet alleen de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden, maar bracht ook de kerkhervorming. De kerk van Goudriaan gaat dan in protestantse handen over en de pastoors maken plaats voor predikanten.  De eerste predikant van de Nederlands Hervormde Kerk die in Goudriaan optrad was ds. L. Copicanus in 1582. Zijn gemeente omvatte toen mede Ottoland en Neder- Blokland, die echter in 1610 losgemaakt werden van Goudriaan. Vanaf 1924 werd vanwege het verhoogde traktement samen met de zelfstandige Hervormde gemeente van Ottoland een predikant beroepen. Het oudste historische gebouw in Goudriaan is het kerkgebouw van de Hervormde gemeente, waarvan de toren het eigendom is van de burgerlijke gemeente.

Kruiskerk
Wanneer de kerk is gebouwd is niet na te gaan. Aangenomen kan worden dat de toren uit de 14e eeuw en de kerk uit het midden de 15e eeuw stamt. Wel is bekend dat de kerk, een kruiskerk, aanvankelijk veel groter is geweest. Ook is bekend dat op 12 juni 1751 in het Rechthuis te Goudriaan de Schout en de Gerechten van de Hoge- en Vrije Heerlijkheid Goudriaan publiek aan de 'minst aannemende besteed heeft het gedeeltelijk afbreken en bij verkleining weer opmaken en repareren van de kerk bestaande uit timmer-, metsel- , ijzer-, leidak- en loodwerk'. Het gebouw moet toen zo bouwvallig zijn geweest dat de pre

dikant de gelovigen meermalen naar huis heeft moeten zenden omdat het houden van de godsdienstoefening in de kerk niet verantwoord was.

Restauratie
In 1965 heeft de kerk opnieuw een ingrijpende restauratie doorgemaakt. In de kerk bevinden zich een kansel uit 1642, drie koperen kroonluchters en enkele zerken uit de 17e eeuw en een koperen doopbekken, houder en een lezenaar uit de 18e eeuw. Verder vinden we in de kerk nog een wapenbord uit 1776. De afbeelding van het groene wapen met een golvende band van rechtsboven naar linksonder wordt gedragen door twee leeuwen en is gekroond. In het veld onder het wapen wordt gesproken van een: Gedenk zuil door d'achtbare magistraat dezer plaatsen alhier opgerigt tot een bewijs van dankbare nagedagtenis over het bovenstaande dorpswapen dezer beij de Hoge Vrije Heerlijkheden aan denzelve verleend.' Midden onderin het veld staat een klein wapen waarop een drietal vleespotten staan die ook voorkomen op het familiewapen van Van Tets van Goudriaan.

Het orgel
Het orgel van de kerk is een Mechanisch sleepladenorgel van Pels en Van Leeuwen uit 1966. In 2003 werden door de firma Van der Veer Orgelbouw (Dordrecht) enkele registers toegevoegd. Het hoofdwerk werd uitgebreid met een Prestant 8 en een Octaaf 2. Op het pedaal heeft men nu de beschikking over een Octaaf 8 (ten dele een transmissie van de Prestant 8). Een bijzonder fraaie Sesquialtera II kwam in de plaats van de Quint 1 1/3. Voor dit register werd gebruik gemaakt van het pijpwerk van Pels & Van Leeuwen van de Quint 1 w/3.

Bron: Gemeente Graafstroom / Goudriaan gisteren, Andries van der Graaf, 1978

Restauratie van 2011-2012
In mei 2011 is gestart met de restauratie van de toren en de kerk. Het was een gezamenlijk project van de gemeente Graafstroom, eigenaresse van de toren, en de kerkelijke gemeente. Bij de toren is het sterk aangetaste metsel- en voegwerk van de buitenmuren hersteld en zijn slechte houtconstructies gerestaureerd. Het aanbrengen van een fundering onder het bestaande bouwwerk was een ingrijpender gebeuren. Onder de muren van het schip, het koor en de onder de vloeren zijn betonnen funderingen aangebracht op heiwerk. Voor het heiwerk aan de buiten- en binnenzijde van de kerk zijn buizen van 15 meter gebruikt, vol gestort met beton. Voor het maken van de betonbalken zijn aan de buiten- en binnenzijde diepe sleuven gegraven van ongeveer 1 meter onder de bestaande vloerhoogte. Binnen is verder de entree en consistorie veranderd. Vanaf de consistorie is een deur gemaakt naar de kerkzaal. Ook is een gedeelte van de ruimte onder de toren beschikbaar gesteld voor bergruimte van stoelen en dergelijke. Alle plavuizen en zerken zijn weer teruggelegd op de nieuwe betonvloer, de wanden opnieuw gestuukt en gewit, de koperen kronen prachtig gerestaureerd. Ook zijn vijf kerkramen vernieuwd.

Op 24 juni 2012 werd de kerk opnieuw in gebruik genomen.

Opgravingen
Bij de opgravingen ontdekte men dat er nog een tweede begravingslaag aanwezig was.  Deze was bij de eerste restauratie in de jaren 60 niet geruimd. De graven lagen, zoals gebruikelijk bijna allemaal in oost-west richting. Slechts enkele skeletten lagen in een andere richting met opgetrokken knieën. In het koor is een met zand volgestorte grafkeldertje gevonden. Het grafkeldertje is benut voor het herbegraven van de gevonden skeletten.

Vitrine in de hal van de kerk
In de vitrine in de hal van de kerk zijn voorwerpen te zien die bij de laatste restauratie gevonden zijn: een aantal munten uit de periode van 1606 tot 1828; een stukje metaal met bloemmotieven. Vermoedelijk een griffelhouder. De oudste vondst is een scherf uit de dertiende eeuw, de periode waarin de kerkheuvel is aangelegd. Verder zijn enkele scherven aangetroffen, een musketkogel en een hulsje van een vuurwapen. Naast de vitrine is een herinneringsmonument dat gemaakt is van een stuk grafsteen, delen van een druiplijst en andere stenen.

Bron:  Artikel in ´De Binnenwaard´ een uitgave van de Historische vereniging van Joke Karelse-de Jong. September 2012